Wat is het?

Planschade ontstaat als een huis of een stuk grond minder waard wordt door een bestemmingsplan. Bijvoorbeeld als de gemeente vlakbij een woonwijk een snelweg laat aanleggen. U kunt dan een financiële tegemoetkoming aanvragen bij de gemeente.

U dient hiervoor een schriftelijk verzoek in, gericht aan het college van burgemeester en wethouders. Uw verzoek wordt vervolgens behandeld door de afdeling Ontwikkeling. Het college hanteert bij de behandeling van het verzoek de Procedureverordening (voor advisering) tegemoetkoming in planschade gemeente Eersel(externe link).

Hoe werkt het?

Schade kan op 2 manieren ontstaan:

  • Uw onderneming heeft minder inkomsten door het plan (inkomstenderving).
  • Uw huis of ander pand is minder waard geworden door het plan (waardevermindering onroerende zaak).

Vergoeding voor de schade

U krijgt een vergoeding als het niet redelijk is dat u de schade zelf moet betalen of de schade niet verzekerd is. In bepaalde gevallen moet u een deel van de schade zelf betalen:

  • Is er sprake van inkomensderving? Het bedrag aan schade dat lager is dan 2% van uw inkomen moet u zelf betalen.
  • Is er sprake van waardevermindering van een onroerende zaak? Het bedrag aan schade dat lager is dan 2% van de waarde van de onroerende zaak moet u in ieder geval zelf betalen.

Wat moet ik doen?

  1. Een verzoek om planschadevergoeding moet u indienen bij het college van burgemeester en wethouders. U doet dit binnen 5 jaar na het onherroepelijk (onaantastbaar) worden van een planologische wijziging.
  2. Het college beslist pas over uw verzoek, als de planologische wijziging onaantastbaar is. Dit wil zeggen dat het bestemmingsplan tot aan de hoogste instantie is goedgekeurd en dus onherroepelijk is geworden.
  3. De gemeente heeft een procedureverordening planschadevergoeding vastgesteld. Daarin staat de termijn waarbinnen het college moet beslissen.
  4. Op grond van deze procedureverordening legt het college uw verzoek in handen van een extern onafhankelijk adviseur.
  5. De adviseur stelt u in de gelegenheid om uw verzoek toe te lichten of aan te vullen. De adviseur maakt hiervan een kort verslag.
  6. De adviseur stelt een conceptadvies op.
  7. Alle betrokken partijen kunnen een zienswijze indienen over het conceptadvies.
  8. De adviseur stelt een advies op.
  9. Het college beslist naar aanleiding van dit advies.
  10. Als u het niet eens bent met de beslissing van het college, kunt u bij het college een bezwaarschrift indienen. Het college vraagt over het bezwaarschrift een advies aan de onafhankelijke bezwaarschriftencommissie.
  11. Als u het niet eens bent met de beslissing van het college over uw bezwaarschrift, kunt u beroep instellen bij de rechtbank.
  12. Tegen de uitspraak van de rechtbank kunt u in hoger beroep gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
  13. Als u bezwaar aantekent tegen een besluit van het college, kunt u recht hebben op een bijdrage in de kosten van deskundige bijstand (zoals de kosten van de taxateur voor het taxeren van de - afgenomen - waarde van uw huis).

Voor de aanvraag heeft u DigiD nodig. Heeft u nog geen DigiD? Vraag dit dan aan via www.digid.nl(externe link) 

Formulier aanvraag planschadevergoeding

Wat kost het?

Het drempelbedrag voor een aanvraag bedraagt € 500,00. Dit drempelbedrag wordt terug betaald bij definitieve toekenning van een tegemoetkoming in de planschade.

Hoe lang duurt het?

De procedure voor een tegemoetkoming van de planschade duurt gemiddeld 1 tot 1,5 jaar.

Meer informatie

Loopt het aantal klanten van uw winkel terug, omdat de gemeente de verkeerssituatie heeft gewijzigd? Wellicht heeft u recht op (planschade)vergoeding. 

Een planologische maatregel kan een bestemmingsplan zijn maar ook een besluit waarbij wordt afgeweken van het geldende bestemmingsplan.

Uitgangspunt bij de beoordeling van een verzoek om schadevergoeding is een vergelijking van de rechtstoestand van de onroerende zaak (bijvoorbeeld een woning) voor en na het van kracht worden van het nieuwe bestemmingsplan of een andere planologische maatregel. 

Het gaat niet om een onderlinge vergelijking tussen inwoners in dezelfde omstandigheden, maar om de vraag of door wijziging van de planologische situatie een inwoner zwaarder wordt getroffen dan met de algemene sociale situatie in overeenstemming is. 

Bij de vergelijking moet worden uitgegaan van een maximale invulling van het geldende plan. De schade moet rechtstreeks verband houden met de planologische maatregel. Het moet ook schade betreffen, waarvan het niet redelijk is om deze ten laste van de belanghebbende te laten.

Heeft deze informatie je geholpen?